Voorjaarsrapportage 2019

Sociaal domein

Wijzigingen

3.7.1 Wijzigingen

6 Sociaal domein

Begroting voor VJR

Wijziging

Begroting na VJR

2019

2019

  N/V

2019

Lasten

152.984

8.067

  N

161.050

Baten

-41.473

1.770

  N

-39.703

6 Sociaal domein

Taakveld

2019

2020

2021

2022

LASTEN

Verzamelbesluit / financiële rechtmatigheid

1. Arbeidsparticipatie

6.5

549

N

549

N

549

N

549

N

2. Inkomensvoorziening - beschut werk

6.4

156

N

3. Maatregelenplan 1 Zorg en Participatie

6

340

N

150

N

150

N

150

N

4. Wijkteams

6.2

-402

V

-402

V

-402

V

-402

V

5. Septembercirculaire 2018 gemeentefonds

6

361

N

-278

V

-704

V

-1.053

V

6. Overige mutaties en afrondingen

6

-6

V

-6

V

-6

V

-6

V

Diverse bijstellingen

7. Minimabeleid

6.3

460

N

0

N

0

N

0

N

8. Minimabeleid - bewindvoering

6.3

229

N

229

N

229

N

229

N

8. Minimabeleid - bewindvoering

6.71

-229

V

-229

V

-229

V

-229

V

9. Minimabeleid - terugvordering en verhaal

6.3

350

N

350

N

350

N

350

N

10. BUIG / Bijstand

6.3

-341

V

11. Maatschappelijk opvang

6.8

92

N

92

N

92

N

92

N

12. Wmo en Jeugdzorg

6

6.552

N

6.552

N

6.552

N

6.552

N

13. Kapitaallasten-rente

6.1/6.3/6.5

-40

V

-40

V

-40

V

-40

V

14. Kapitaallasten-afschrijving

6.1

-5

V

BATEN

Verzamelbesluit / financiële rechtmatigheid

6. Overige mutaties en afrondingen

6

6

N

6

N

6

N

6

N

Diverse bijstellingen

9. Minimabeleid - terugvordering en verhaal

6.3

-350

V

-350

V

-350

V

-350

V

10. BUIG / Bijstand

6.3

1.188

N

12. Wmo en Jeugdzorg

6

926

N

926

N

926

N

926

N

Bedragen * 1.000 euro

Toelichting wijziging

Verzamelbesluit / financiële rechtmatigheid

1.    Arbeidsparticipatie - aanpassing budget

Bij de programmabegroting 2019 is een budget voor arbeidsparticipatie op een stelpost geraamd. Dit bedrag wordt nu functioneel begroot. Het betreft een verschuiving tussen hoofdtaakveld 0 Bestuur en ondersteuning en hoofdtaakveld 6 Sociaal domein (zie ook hoofdstuk 3.1).

2.    Inkomensvoorziening - beschut werk (BW-6439)

Per 1 januari 2017 is een wijziging van de Participatiewet in werking getreden die gemeenten verplicht personen met een advies beschut werk, een beschut werkplek aan te bieden. Van gemeenten wordt verwacht dat zij ten minste het aantal plekken realiseert zoals in de ministeriële regeling is vastgelegd. Het college heeft besloten om de uitvoering van beschut werk voor een pilotperiode van 17 maanden onder te brengen bij Soweco. Het formeel werkgeverschap wordt onder gebracht bij Perspect BV (onderdeel van Soweco) en de begeleiding door Soweco NV (hierna gebundeld tot: Soweco).
Een deel van de kosten op taakveld 6 Sociaal Domein, zijnde 156.000 euro, worden gedekt uit de van het Rijk te ontvangen bonus beschut werk. Deze bonus wordt geraamd op hoofdtaakveld  0 Bestuur en ondersteuning

3.    Maatregelenplan 1 Zorg en Participatie (BW-6696)

In de programmabegroting 2019 zijn voor zorg en participatie een aantal ambities opgenomen. Dit betekent voor zorg dat er in de periode van 2019 tot en met 2022 oplopend een bedrag van in totaal 7,5 miljoen euro structureel bespaard moet worden. Daarnaast is opgenomen dat voor participatie in de periode van 2019-2022 een oplopende taakstelling van 1,95 miljoen euro ingevuld moet worden. Beide taakstellingen zijn geraamd op hoofdtaakveld 6 Sociaal Domein. Om dit te realiseren zijn in het Maatregelenplan besparingsvoorstellen uitgewerkt, voor allereerst het jaar 2019.
Er zijn concrete voorstellen tot bezuinigingen en besparingen gedaan voor een bedrag van 1,1 miljoen euro op zorg en 650.000 euro op participatie.
Voor de jaren daarna worden zoekrichtingen voorgelegd. Bij de perspectiefnota 2019 wordt een deel van deze zoekrichtingen nader uitgewerkt.
Van de in het maatregelenplan opgenomen besparingen wordt 150.000 euro ingevuld door hoofdtaakveld 4 Onderwijs en 240.000 euro wordt ingevuld door hoofdtaakveld 7 Volksgezondheid en milieu. Daarnaast wordt 50.000 euro van het innovatiebudget ingezet onder hoofdtaakveld 4 Onderwijs. Per saldo betekent dit een verschuiving van budget van 340.000 euro naar hoofdtaakveld 6 Sociaal Domein.

4.    Wijkteams - overgang sociale wijkteams naar gemeentelijke organisatie (BW-6772)

In maart 2018 heeft het college van B&W besloten tot onderbrenging van de Sociale Wijkteams in de
gemeentelijke organisatie. Onlangs zijn door de gemeente en St. Sociale Wijkteams Almelo de
handtekeningen gezet onder het Uitvoeringsreglement bij de overdracht van activiteiten, personeel en activa van de Stichting Sociale Wijk Teams Almelo naar de gemeente. Nu wordt voorgesteld de
gemeentelijke begroting en het gemeentelijk functieboek aan te passen aan de wijzigingen die door
deze overgang van de wijkteams zijn ontstaan.
Een budget van 402.000 euro wordt overgeheveld van hoofdtaakveld 6 Sociaal Domein naar hoofdtaakveld 0 Bestuur en ondersteuning.

5.    Septembercirculaire 2018 gemeentefonds (RAAD-5217)

De septembercirculaire 2018 is verwerkt in de begroting. Voor hoofdtaakveld 6 Sociaal Domein is er per saldo 361.000 meer beschikbaar.

Diverse bijstellingen

7.   Minimabeleid

Voor het jaar 2019 lukt het naar verwachting  niet  om binnen het beschikbare budget van 4,8 miljoen euro voor de minimaregelingen te blijven. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat de in te zetten maatregelen ter her-prioritering de nodige tijd kosten om te worden geïmplementeerd. Anderzijds lijkt het verder stijgende beroep op de bijzondere bijstand, met name waar het gaat om bewindvoeringskosten, voor meer uitgaven te zorgen. Naar verwachting gaat het om een totaal tekort van ongeveer 460.000 euro.

8.   Minimabeleid – bewindvoering

Kosten die bij de Stadsbank Oost Nederland worden gemaakt voor bewindvoering worden vanaf 2019 betaald uit de bijzondere bijstand in plaats van uit het budget van de Stadsbank. Hiervoor wordt een deel van het budget, 229.000 euro, verschoven van schuldhulpverlening naar minimabeleid.

9.   Minimabeleid – terugvordering en verhaal bijzonder bijstand

Een deel van de bijzondere bijstand wordt via terugvordering en verhaal terugontvangen. Dit is niet in de begroting opgenomen. De terugvordering en verhaal wordt alsnog structureel als baten en lasten bij bijzondere bijstand opgenomen. Het gaat om een bedrag van 350.000 euro.

10.   Inkomensvoorziening - BUIG

Bij de Perspectiefnota 2019 wordt het programmaplan Economie en Participatie vastgesteld. Hierin hebben wij de doelstelling opgenomen het aantal inwoners dat gebruik maakt van een bijstandsuitkering, terug te brengen van 2.745 per 1-1-2019 naar 2.500 ultimo 2019. Dit is een verdere aanscherping van de doelstelling in de begroting 2019 en resulteert in een verwachte lagere uitkeringslast van 341.000 euro. De uitstroom van bijstandscliënten vindt gedurende het jaar plaats. Dit betekent dat het gemiddeld aantal bijstandscliënten over 2019, en daarmee ook de uitkeringslast, hoger zal liggen dan het aantal van 2.500 ultimo 2019. De ontwikkelingen in de eerste vier maanden laten zien dat de doelstelling ambitieus is. Onder andere seizoensinvloeden bemoeilijken het maken van een prognose voor het resterende deel van het jaar. Via diverse maatregelen streven wij ernaar de doelstelling van 2.500 bijstandscliënten ultimo 2019 te halen. Middels maandelijkse monitoring zullen wij de komende periode eventueel bijsturen op de genomen maatregelen.

Ten aanzien van de ontwikkeling van het rijksbudget voor de BUIG maken wij ons zorgen. Het recent gepubliceerd nader voorlopig rijksbudget over 2019 is lager dan begroot. Op basis van dit rijksbudget zou het tekort op de BUIG naar verwachting 2,3 miljoen euro bedragen. In oktober ontvangen wij het definitief rijksbudget BUIG 2019. De afgelopen jaren was het Definitief Budget BUIG circa 2% positiever dan het Nader voorlopig budget. Daarop anticiperend zou het tekort circa 1,5 miljoen euro bedragen.

In de begroting 2019 is reeds een tekort van 700.000 euro opgenomen. Rekening houdend met de bandbreedte waarbinnen het verwachte definitieve rijksbudget BUIG 2019 zich beweegt, zal het verwachte extra tekort op de BUIG tussen de 800.000 euro en 1,6 miljoen euro bedragen. In het kader van deze voorjaarsrapportage wordt nu per saldo 800.000 euro in de begroting geïncorporeerd.

11.   Maatschappelijke opvang

De huurkosten van twee panden voor maatschappelijke opvang zijn niet in de primitieve begroting 2019 opgenomen. Dit wordt alsnog structureel verwerkt.

12.   Wmo en Jeugdzorg

Het nadeel op de lasten van de Wmo en Jeugdzorg heeft drie oorzaken:

  1. Aanpassing prijzen inkoop 2019   2,8 miljoen euro
  2. Invoering verlengde pleegzorg 18+   0,2 miljoen euro
  3. Stijging volume zorg         3,6 miljoen euro

Totaal      6,6 miljoen euro

1. Aanpassing prijspeil inkoop 2019
Mede gelet op de Amvb reëel tarieven, zijn de tarieven voor de Inkoop 2019 aangepast. Dit brengt een verwachte extra last met zich mee van 2,3 miljoen euro.

2. Verlengde pleegzorg 18+
Het Rijk heeft de regeling voor Pleegzorg gewijzigd. De pleegzorg wordt voortaan standaard tot 21 jaar ingezet, tenzij het pleegkind heeft aangegeven geen gebruik meer te willen maken van pleegzorg. De verwachte meerkosten bedrage 200.000 euro.

3. Stijging volume zorg
In 2018 is het volume van de zorg meer gestegen dan waarmee in de begroting 2019 rekening is gehouden. Deze toename wordt met name veroorzaakt bij de Jeugdzorg en de Huishoudelijke Ondersteuning. Bij Jeugdzorg is echter opvallend dat het aantal cliënten per 1-1-2019 gedaald is met meer dan 20%. In de eerste maanden van 2019 stijgt het aantal cliënten met circa 5%. Het aantal cliënten ligt echter nog steeds fors onder het niveau van ultimo 2018. Dit kan als volgt in een grafiek worden weergegeven:

Deze ontwikkeling staat haaks op het landelijke beeld. We houden echter wel rekening met een verdere stijging conform het landelijke en regionale beeld qua aantallen en toename van zorgzwaarte. Wij blijven dit nauwgezet monitoren.

Ten aanzien van de Wmo Huishoudelijke ondersteuning is de ontwikkeling over de periode 2018 tot en met de eerste maanden 2019 als volgt:

Wij verwachten dat de stijging van het aantal cliënten en derhalve ook de kosten, zich gedurende 2019 verder doorzet. Dit wordt met name veroorzaakt door de invoering van het abonnementstarief.

Door de uitvoering van het Maatregelenplan Zorg en Participatie, zoals vastgesteld door het College op 8 januari 2019 voeren wij besparingen op de zorglasten door. Met name door externe factoren hebben wij geen of beperkt invloed op een deel van de uitgaven van de Wmo en Jeugd. Voorbeelden van deze factoren zijn: wetgeving, Rijksmaatregelen, hoogte van het Rijksbudget, externe verwijzers en autonome groei van het aantal cliënten.

Het nadeel op de baten van 0,9 miljoen euro wordt veroorzaakt doordat we een lagere ontvangst aan eigen bijdragen verwachten. Dit wordt met name veroorzaakt door de invoering van het abonnementstarief.

13.   Kapitaallasten - rente

De verlaging van de omslagrente leidt tot lagere rentelasten op de taakvelden. Hier tegenover staan lagere rentebaten op het taakveld 0.5 Treasury. Voor een toelichting wordt verwezen naar taakveld 0.5 Treasury (onderdeel 3.1).

14.    Kapitaallasten - afschrijving

De kapitaallasten zijn herrekend op basis van de werkelijke boekwaarden per 1 januari 2019. Omdat een aantal investeringsprojecten lager uitvalt dan wel later tot uitvoering komen, is er sprake van een onderuitputting op de kapitaallasten. Deze onderuitputting valt incidenteel vrij.

ga terug