Voorjaarsrapportage 2019

Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

Wijzigingen

3.9.1 Wijzigingen

8 Volkshuisvesting-ro-stedelijke vernieuw

Begroting voor VJR

Wijziging

Begroting na VJR

2019

2019

  N/V

2019

Lasten

9.996

374

  N

10.371

Baten

-7.702

-403

  V

-8.105

8 Volkshuisvesting-ro-stedelijke vernieuwing

Taakveld

2019

2020

2021

2022

LASTEN

Verzamelbesluit / financiële rechtmatigheid

1. Project Vitale Binnensteden

8.3

253

N

2. Personele mutaties overgang ODT

8.3

-45

V

-45

V

-45

V

-45

V

3. Inzet middelen programma binnenstad

8.3

200

N

Diverse bijstellingen

4. Kapitaallasten-rente

8.1/8.3

-20

V

-20

V

-20

V

-20

V

5. Kapitaallasten-afschrijving

8.1/8.3

-14

N

BATEN

Verzamelbesluit / financiële rechtmatigheid

1. Project Vitale Binnensteden

8.3

-253

V

3. Inzet middelen programma binnenstad

8.3

-150

V

-150

V

-150

V

-150

V

Diverse bijstellingen

N.v.t.

Bedragen * 1.000 euro

Toelichting wijziging

Verzamelbesluit / financiële rechtmatigheid

1.    Project Vitale Binnensteden (BW-6510)

Voor stadsarrangement Vitale Binnensteden wordt een budget van 253.000 euro beschikbaar gesteld dat gedekt wordt door een toegekende subsidie van de Provincie Overijssel.

2.    Personele mutaties overgang ODT (BW-6682)

Betreft uitvoering van het besluit om de taken 'variant 4' per 1 januari 2019 over te dragen aan de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Twente.

3.    Inzet middelen programma binnenstad

Betreft de inzet van reeds beschikbaar gestelde middelen voor het programma Binnenstad. Per saldo budgetneutraal voor de begroting.

Diverse bijstellingen

4.   Kapitaallasten - rente

De verlaging van de omslagrente leidt tot lagere rentelasten op de taakvelden. Hier tegenover staan lagere rentebaten op het taakveld 0.5 Treasury. Voor een toelichting wordt verwezen naar taakveld 0.5 Treasury (onderdeel 3.1).

5.    Kapitaallasten - afschrijving

De kapitaallasten zijn herrekend op basis van de werkelijke boekwaarden per 1 januari 2019. Omdat een aantal investeringsprojecten lager uitvalt dan wel later tot uitvoering komen, is er sprake van een onderuitputting op de kapitaallasten. Deze onderuitputting valt incidenteel vrij.

ga terug